Ode aan het landschap
Mijn reizen ver weg van Europa hebben mijn zoektocht naar schoonheid veranderd, vooral Japan dat ik 2 keer in de herfst bezocht heb. In 2019 was ik daar tijdens Hagibis, de tyfoon. De natuur kan een furie zijn. Japanners accepteren dat en blijven er kalm onder.
In Japans betekent het woord: berg-water landschap omdat het leven tussen de twee vloeit als een reis. Een reis door het landschap dat wordt geleefd, gevoeld, waargenomen. Wat zie ik als ik een landschap bekijk? Details trekken altijd mijn aandacht.
Werken met lijnen, structuur, krachtlijnen beginnend met kleine elementen, weinig kleuren gebruikend. Op die manier, kan ik mij op de compositie concentreren. Drie jaar na mijn laatste verblijf in Japan begin ik te ontcijferen wat ik gezien heb. Het traditionele Japan op het platteland, het landelijke leven, het logeren in oude herbergen. De wanden zijn van rijstpapier en in het najaar is het flink koud in de vroege ochtend na het slapen op de grond op een Futon. Veel stappen op het platteland moet je maken waar je de betekenis van de natuur begrijpt en ook van spiritualiteit. Kleine details blijven in mijn geheugen, een draad van de Tatami, de bezem in het grind die mooie cirkels aan het maken is, de lijnen die de monnik op het papier traceert.